woensdag 18 maart 2015

Er is een tijd van gaan en een tijd van thuiskomen ...

'Je laat ze toch niet helemaal alleen?' riep mijn moeder vol afschuw. 'Ze moeten toch naar school? Wat moeten ze dan eten? En als er iets misgaat? Een hele week!' Ontaard kreng. Dat laatste zei ze niet maar je zag het haar denken. 'Ze kunnen best voor zichzelf zorgen mam, we gaan een wéék, geen maand! En daarnaast, ze hebben nog meer ouders.' Hét voordeel van het samengestelde gezin, er is altijd wel een helft die in de buurt blijft.

'Eén week maar?!' Het kind van 18 is teleurgesteld. Die van 16 kijkt blij. Voor hem is een week wel genoeg. 'Kunnen jullie geen maand naar dat eiland?' 'Goede vraag. Zouden we inderdaad best willen. Maar er moet gewerkt worden. Om je zakgeld te betalen, weet je nog? En je kleedgeld, je schoolgeld en je ziektekostenverzekering. Ja dat weet ik, die verzekering moet je tegenwoordig zelf betalen maar we moeten eerst nog maar eens zien hoe dat gaat met die eigen verantwoordelijkheid. En het huis wordt ook niet vanzelf warm, die potten mayonaise komen niet uit zichzelf in de koelkast en …' Hij draait zich om en appt zijn matties: we hebben een week een huis voor onszelf! Als ik hem vraag of hij zijn oma ook even in deze blije groeps-app kan opnemen, trekt hij zijn wenkbrauwen op. Oma?!

De pilot was in november vorig jaar. We gingen een kleine week naar Engeland, buiten de normale vakantieperiode om. De jongens waren voor het eerste een week alleen en vonden het heerlijk (inderdaad, mijn moeder was ook toen zeer verontwaardigd). Wij waren vooral benieuwd naar de staat waarin we het huis na afloop zouden aantreffen. Benieuwd, niet bevreesd, want we hebben vertrouwen in het gezonde verstand van onze bloedjes. Maar het blijven kinderen en soms kunnen ze er gewoon niets aan doen. Of wisten ze het niet. Of hadden zij het niet gedaan. Of was het al zo vóór we weggingen. Echt hoor. Maar guess what: het huis was nog helemaal heel, spik en span en kéurig opgeruimd. Ik moest de neiging ze een baantje als schoonmaker aan te bieden, onderdrukken.

De verrassing was dan ook groot toen we afgelopen maandag thuiskwamen in een kleine ravage. Geen kind te bekennen, algehele telefonische onbereikbaarheid en sinds het laatste uur niet meer gesignaleerd op whatsapp. Een uitgelezen moment voor een lege batterij zullen we maar zeggen. Twee uur en een kleine zoekactie later, toen de stoom niet alleen uit mijn oren kwam maar ook uit mijn neus, banjerde er een lekker joch met een onweerstaanbare glimlach de tuin in. 'Fijn dat je er weer bent mam, ik heb je best een beetje gemist! [Ik krijg een knuffel - anders nooit] Ja, ik weet dat het niet leuk thuiskomen is zo', zegt hij, met zijn armen nog om mij heen, 'niet boos worden, ik ga er meteen iets aan doen. Ik had me vergist in mijn planning en toen was m'n batterij leeg. Tijdens het opladen keken we naar een film en ik vergat de tijd. Stom, stom, stom, ik weet het, maar nu ben ik er. Ga even rustig zitten, dan is het zo opgeruimd. Ruben, kom maar verder, de bui is overgewaaid.'

'Is het nog gelukt mam, om die sigaretten voor me mee te nemen? Wanneer gaan jullie weer weg? Kunnen we dat dan misschien een beetje afstemmen, zodat het mij ook goed uitkomt?' Hij grijnst naar me terwijl hij twaalf lege pakken dubbel fris in de kliko kiepert, zonder ze eerst plat te vouwen. 'Drie sloffen', hoor ik mezelf zeggen. En: 'overleggen kan altijd …'

T I P
----------------
Lees geen opvoedkundige boeken. Ze helpen toch niet.

Of wel?


Geen opmerkingen:

Een reactie posten